The Jewesh Historical Museum asked NAO for an artist, to write a guest column in the museums magazine dedicated to the coming exhibition with ALL the works of Charlotte Salomon. Roua Jafar wrote this wonderful parabel.
We absolutely recommend you to visit the Charlotte Salomon expo!
Cirkels.
Telkens als de aarde onder mijn voeten krimpt verbreed ik die. Zoals een zwaluw doet.
Vergelijk in kunstenaarschap is hier geen issue, maar ander vergelijk is er wel. Charlotte Salomon en ik begonnen onze reis in een andere tijd en vanuit een andere plek. Onze passie is eender, want droeg ons door de cirkels waarmee het leven je confronteren kan. Cirkels van ellende, rebellie en ballingschap.
Hier en nu heb ik een andere cirkel bereikt. Na een lange reis vanuit Syrië, het land dat ik kende, naar een nieuwe gemeenschap die mij nu nog vreemd is.
Charlotte plantte een roos in een muur. Laat het lied dat zij ons schonk blijven herklinken. Geïnspireerd door haar werk, door The presence of absence van de Palestijnse schrijver Mahmoud Darwish en door een droom van mijzelf, geef ik u mijn parabel. Als een eerbetoon.
De Gouden Koningin.
Het meisje draagt de polkadot jurk die haar moeder haar gaf toen ze vertrok. Met in de zak een suikerkristal. Ze gaat van huis en kijkt niet achterom. Onderweg ontmoet ze de goud gevleugelde mierenkoningin. In ruil voor de suikerkristal opent de koningin toegang tot een droomwereld voor haar. Zij ziet de kolonie van werkmieren die tarwezaden dragen door tunnels, gemaakt in de rode grond. De koningin toont het meisje drie deuren en zegt: ‘De deuren leiden naar drie bestemmingen; je ouderlijk huis, een muur of een doodlopende weg!’ Het meisje neemt vol vertrouwen haar besluit en loopt de donkerte achter een van de deuren in. Ze bereikt een open ruimte omringd door een oude muur, met op haar versleten stenen resten van tekeningen en woorden.
Ze beklimt de muur, de ingesleten sporen gebruikend van de voeten en de handen van anderen die haar voorgingen. En is dan verrast door het uitzicht over de eindeloze zee, onder de ondergaande zon. Ze zingt van vreugde en verdriet, de hele nacht. En tekent de cirkels op haar jurk na, in de vochtige ochtendlucht. Als de dageraad aanbreekt, springt ze in de donkere zee. Dan weer vliegt ze als een zwaluw en speelt met de golven. Denkend over hoe ze haar nest in zal richten, kiest ze voor takken van de blauwe, groene en witte jasmijn. En ook druivenblad, waar de feniks op af zal komen met verhalen.
Draag me zoals ik jou droeg, opdat ik uit de verte het blauw mag zien dat uit elke verte ontsnapt, de verte die van elke vlek ontdoet. Juist nu het verhalenveld groter wordt.